De ster in dit recept is eigenlijk niet de tofu, maar de zelfgemaakte chilisaus. Die maakt deze vegan roerbakschotel zo lekker. En je krijgt tips om tofu lekker(der) te maken.
Knijp voordat je begint met koken de tofu in een schone theedoek zo veel mogelijk met je handen uit. Snijd ze dan in blokjes.
Haal de konjacrijst uit de verpakking en spoel 2 tot 3 maal goed af in een vergiet.
Pel en snipper de ui en knoflook. Snijd de bosui in ringetjes, houdt het groen apart. Halveer de kerstomaatjes. Snijd de ananas in blokjes. Maak de paksoi schoon en snijd ze in reepjes, houdt ook hier het groen van apart.
Verhit wat kokosolie in een hapjespan en bak de tofu in 6-8 minuten knapperig en bruin.
Voeg de ui, knoflook, het wit van de bosui en het wit van de paksoi toe en roerbak een paar minuten mee. Voeg dan de ananas en tomaatjes toe en roerbak kort. Breng op smaak met de tamari en zout en peper.
Voeg nu de konjacrijst en de chilisaus toe en zet het vuur laag. Meng alles goed door elkaar en laat de schotel zo’n 10 minuten op een laag vuurtje pruttelen, roer af en toe. De smaken trekken zo goed in de tofu én in de konjacrijst.
Zet het vuur weer hoog en voeg het groen van de paksoi toe, roerbak kort totdat het geslonken is.
Verdeel de roerbakschotel over twee borden, strooi het groen van de bosui erover, en garneer indien gewenst met sesamzaadjes.